Het project herstructurering OMS is in volle gang. De migratie van de abonnees naar meerdere aanbieders gaat gevolgen hebben voor de aanbieders, de abonnees, maar ook voor de preventisten van de brandweer. Wat betekent de herstructurering van het OMS concreet voor deze groep?
Een belangrijke verandering voor de preventist heeft zich de afgelopen periode al afgespeeld. De administratieve gegevens van de klanten moesten worden gecheckt en daarbij moest voor alle objecten in Flevoland, Gooi en Vechtstreek en Utrecht in kaart worden gebracht of er sprake is van een verplichte of vrijwillige aansluiting en op grond waarvan dat zo is. Dit omdat vanwege het nieuwe Bouwbesluit veel objecten nu geen verplichte doormelding meer hebben. Tiel Zwalve : ‘Vanuit een project heeft er een eerste slag plaatsgevonden om te bepalen welke gebouwen geen verplichte doormelding meer nodig hebben. Nu is het zaak voor ons als preventisten de lijst verder te verfijnen door tijdens inspecties de plicht tot doormelden verder te inventariseren. Een grote klus.’
Helpdesk
In Flevoland en deels in Utrecht zijn deze niet-verplichte aansluitingen meteen losgekoppeld. In Gooi en Vechtstreek blijven deze aansluitingen voorlopig nog gehandhaafd, al moest wel duidelijk zijn welk object een vrijwillige of verplichte doormelding heeft. Michiel Rhoen: ‘We zien dat er hierbij bij OMS-abonnees best vragen leven. De abonnees leggen vaak wel een lijntje met ons als preventist. Wij fungeren daarbij als een soort eerstelijns helpdesk. Zij komen met vragen over hun (vrijwillige of verplichte) aansluiting en kunnen vragen stellen over de naderende migratie naar een van de aanbieders die uit de aanbesteding komen.’
Op de lange termijn verwachten Tiel Zwalve, Michiel Rhoen en Rob Visser -de preventisten in het project Herstructurering OMS- dat de bemoeienis van de brandweer en dus de preventisten met het OMS kleiner wordt. Tiel: ‘De wet- en regelgeving bepaalt wanneer er sprake is van een doormelding. Daar hoeft de afdeling preventie van de brandweer niet meer over te beslissen. De preventist zal dan ook meer in het voortraject moeten werken dan ze nu al doen. Het wordt bijvoorbeeld nog belangrijker dat direct vanaf het begin goed wordt vastgelegd wat de omvang en prestatie-eisen van een BMI moet zijn en wat de reden is van de eventuele rechtstreekse doormelding met daarbij, in het geval van G&V, aanvullend de eis tot het gescheiden doorgeven van de doormeldcriteria. Er moet worden voorkomen dat achteraf nog zaken geregeld moeten worden, zodat bij overtreding van de voorschriften en bij tekortkomingen in de brandmeldinstallatie (BMI) meteen overgegaan kan worden op handhavend optreden door het bevoegd gezag. Wij hebben als preventist een belangrijke signaalfunctie.’
Processen
In lijn met het gedachtegoed van de overheid -de gebruiker/eigenaar is zelf verantwoordelijk voor de veiligheid- heeft de werkgroep herstructurering OMS ook gekeken naar de processen die betrekking hebben op de doormeldingen. Tiel: ‘De nieuwe aan- en afsluitprocessen van de rechtstreekse doormeldingen veranderen wezenlijk. Alle OMS beheerprocessen voor aansluiten, afsluiten en actualiseren van gegevens van abonnees gestandaardiseerd worden binnen de drie regio’s. Verder heeft preventie geen actieve rol meer in de processen zelf.’ Michiel vult aan: ‘Preventisten binnen de VRU kunnen op dit moment nog inloggen op de webportal van de OMS-aanbieder. In het geval van Utrecht Siemens. Hier kunnen ze zaken actief zetten en de status controleren. Dit gaat verdwijnen. Dit komt bij de OMS-aanbieder te liggen. Er komt wel een nieuwe portal waar alle informatie van leveranciers over abonnees wordt gebundeld. Het is de bedoeling dat de aanbieders op regelmatige basis actuele informatie over de abonnees aanleveren. Het beheer van die portal is nog onderwerp van gesprek. Naast dit beheer is er ook het beheer van contracten en de juridische kant van het verhaal. Hoe dit in de regio’s wordt georganiseerd is nog open.’
Verder is een belangrijke wijziging dat de meldkamer alleen nog maar brandmeldingen binnen gaat krijgen. Geen storingen. Voor de preventist betekent dit een grote verandering. Rob Visser: ‘Een brandmeldinstallatie moet voldoen aan kwaliteitscriteria. Eén daarvan is dat hij niet in storing mag staan. Dit betekent dat ze voor de handhaving toch meer de logboeken moeten bekijken of indirect via de leverancier moeten bekijken of er sprake is van een overtreding.’
Rol
In algemene zin is te zeggen dat de rol van de preventist verandert van goedkeurend naar signalerend (controlerend). Dit sluit aan bij de veranderende rol van de brandweer ten aanzien van de burger. De verantwoordelijkheid komt hierbij te liggen waar hij moet liggen, namelijk bij burger, markt en bevoegd gezag. Tiel: ‘De preventist wordt op gebied van OMS meer een regisseur die kijkt en signaleert. Verder gaat de preventist een meer voorlichtende en adviserende rol spelen over het omgaan met brandmeldinstallaties, over het hoe om te gaan met storingen/ongewenste meldingen en hoe storingen/ongewenste meldingen in de toekomst te voorkomen. Een rol die past bij de brandweer en waar je ook in projecten, waaronder in het terugdringen van nodeloze meldingen, profijt van hebt.’
Deze rol komt ook naar voren op de website www.omsmidden.nl waar abonnees vragen en antwoorden kunnen vinden over OMS-gerelateerde zaken. Bovendien is het hier mogelijk via een invulformulier vragen te stellen aan de preventisten. Op moment dat abonnees straks een keuze moeten maken uit meerdere aanbieders kunnen ze via deze site eventuele vragen stellen.